Acclimatiseren
Boven de 2.500 meter is de lucht steeds ijler en kun je last krijgen van de hoogte en het feit dat er minder zuurstof in de lucht zit. Je lichaam past zich automatisch aan de hoogte aan door een snellere ademhaling en een hogere hartslag. Maar bij de een gaat dit wat sneller dan bij de ander. Je lichaam gaat uiteindelijk meer rode bloedcellen aanmaken, zodat zuurstoftransport efficiënter wordt en je lichaam went aan de hoogte.
Maar stijg jij sneller dan jouw lichaam aan, dan ga je je beroerd voelen en in extreme gevallen word je hoogteziek. Hoogteziekte kan erg gevaarlijk zijn en het is daarom belangrijk dat je dan snel afdaalt naar een lagere hoogte. Hoogteziekte kan je merken aan dingen als (lichte) hoofdpijn, geen zin om te eten of misselijkheid, slapeloosheid of een licht gevoel in je hoofd of duizeligheid.
Geef je lijf de tijd om te wennen aan de hoogte voor je gaat toerskien. Een goede manier van acclimatiseren is bijvoorbeeld een paar dagen inskiën in een skigebied in de buurt van de tocht. Door bijvoorbeeld overdag hoog in het skigebied te skiën en 's avonds weer relatief laag in het dorp te overnachten went je lichaam snel aan de nieuwe hoogte. Ook het maken van een kleine acclimatisatietocht de dag(en) van te voren werkt goed. Let goed op dat iedereen in je groep acclimatiseert voor het begin van de tocht om te voorkomen dat iemand uitvalt met hoogteziekte of voordat ongelukken gebeuren.
Je moet inloggen om info toe te voegen of vragen te stellen.