Skip to main content

Maak je eigen bivakzak

Tijdens het toerskiën, moet je een bivakzak meenemen zodat je kunt schuilen in een storm, of bij calamiteiten een slachtoffer kunt beschermen tegen kou, wind en sneeuw. In de praktijk wordt deze bivakzak maar zelden gebruikt, maar desondanks sjouw je dat gewicht toch altijd mee. Een bivakzak die je in de winkel koopt weegt vaak al snel 600 tot 700 gram. Hier lees je hoe je zelf een eenvoudige tweepersoonsbivakzak kunt maken die slechts 250 tot 300 gram weegt.

Het naaien van een bivakzak is eigenlijk een simpel klusje op de naaimachine. De stofdelen zijn recht, de naden zijn recht en er zitten geen ingewikkelde constructies aan. Ook voor de beginner is dit een zeer haalbaar project. Aan het eind van dit artikel vind je enkele handige tips voor beginners. Make Your Own Gear (MYOG) is een grote trend onder fanatieke grammenjagers en met dit project kun je je eerste stappen als MYOG-ger zetten.

Gebruik van de bivakzak

Als je wil schuilen in een storm, dan ga je met 2 man naast elkaar staan. Je trekt samen de zak over je hoofd en gaat daarna tegelijk zitten, bijvoorbeeld op je rugzak. De opening van de zak bevindt zich nu dus bij je voeten. Je trekt met het touwtje de opening gedeeltelijk dicht en kunt gezellig picknicken.

Tunnel met koord onderaan de bivakzak

Stap voor stap

Zo maak je in enkele stappen een bivakzak:

      1. Snijd een stuk stof af van 430 cm lang. Als je een hele ruime bivakzak wil dan laat je de breedte van de stof op 150 cm (zo wordt die meestal geleverd). Als je een lichtere bivakzak wil, dan kun je de stof versmallen tot 140 cm. Let er op dat de coating van de stof tot aan de rand moet komen. Soms zijn de randen niet gecoat en moet je aan beide zijden een strook afsnijden, anders krijg je daar lekkage.
      2. Maak een “tunnel” voor het koord bij de opening: 
        • vouw aan de smalle zijde 2 cm stof om en plak die met plakband vast;
        • stik op 1,5 cm vanaf de vouw de stof door zodat er een tunnel ontstaat waar je later een koord doorheen kunt rijgen
        • herhaal dit voor de andere kant van de zak.
      3. Stik de zijnaden:
        • Vouw de stof dubbel, met de buitenkant van de stof op elkaar, zodat het lijkt alsof je de zak binnenstebuiten hebt.
        • stik op 2 cm vanaf de zijrand van de stof door. Stik niet per ongeluk de tunnel voor het koord dicht.
        • als je de naden wil sealen om ze echt waterdicht te maken, dan moet je nu aan 2 kanten de seamsealer aanbrengen op de naad die je net hebt gestikt.
        • vouw de buiten het stiksel uitstekende stof dubbel zodat je een rand van 1 cm overhoudt, druk die tegen de binnenkant van de stof en zet die vast met plakband. Stik daarna de stof plat (zie afbeelding) en voorzie deze naad desgewenst ook van sealer. Op deze manier, krijg je een sterkere naad waar geen water naar binnen kan lopen.
        • herhaal dit voor de andere zijkant van de zak.
      4. Bevestig het trekkoord:neem het koord, vouw het dubbel en zet een tanka (touwklemmetje) op het midden.
        • zet een lange veiligheidsspeld of dikke stopnaald op één einde van het koord en duw deze door één van de twee tunnels.
        • haal op dezelfde manier het andere eind door de andere tunnel.
        • zet nog een tanka op de beide uiteinden van het koord en leg een knoop om te voorkomen dat de tanka van het koord glijdt.
      5. Klaar voor gebruik: ga een keer onder de tuinsproeier zitten om te testen hoe waterdicht je project is geworden.

 

Platstikken van de naden

Opties

Bij een bivakzak geldt het credo: “ventilate or suffocate.” Als er geen verse lucht in de bivakzak komt, dan riskeer je verstikking. Laat dus geen kinderen met je bivakzak spelen. Via de opening aan de onderkant kun je genoeg verse lucht naar binnen laten, maar je kunt ook aan de bovenkant nog één of meer ventilatieopeningen maken. Die kun je ook gebruiken om naar buiten te gluren. Het handigst is om die vorm te geven als een kleine slurf zodat ze niet inregenen. De slurf komt in de bovenhoek van de bivakzak (bij de vouw in de stof). Nadat je de beide tunnels voor het koord in de bivakzak hebt genaaid (tussen bovenstaande stap 2 en stap 3), ga je als volgt te werk:

      1. Je neemt een lap van 25 cm x 20 cm. Aan de korte kant maak je een tunnel voor een trekkoordje. Net zoals bij de hoofdopening van de zak 2 cm omvouwen en op 1,5 cm stikken. Vervolgens leg je andere korte kant op de zijkant van de bivakzak, met de buitenkant van de stof op elkaar. Het midden van beide stofdelen moet samen vallen. Stik een naad op 2 cm van de rand.
      2. Vouw de bivakzak binnenstebuiten dubbel, en vouw de ventilatieslurf naar buiten zodat die uitsteekt als een kleine mouw van een jas.
      3. Stik daarna de onderkant van de ventilatieslurf en de zijkanten van de bivakzak dicht zoals boven beschreven. Rijg een koordje door de tunnel van de slurf en zet er een tanka op. Je kunt eventueel een tweede ventilatieslurf aan de andere kant maken.
      4. Tip: laat de ventilatieslurf uitsteken als je de bivakzak oprolt. Je kunt hem daarna als een opbergzakje over het complete pakket heentrekken.

Als je zelf 2 meter lang bent, of juist heel kort, dan kun je eenvoudig de lengte aanpassen. Desgewenst kun je het project uitbreiden met ophanglusjes, versterkingen, kapuchons, reflectie, ademende stoffen of sleuven waarmee je je skistokken als tentstok kunt gebruiken. Bedenk wel dat alle opties de bivakzak zwaarder maken en dat het moeilijker wordt om de zak goed waterdicht te krijgen. Dat is misschien de moeite waard als je de bivakzak ook wil gebruiken voor een gepland bivak.

Materiaal

 

Ripstopnylon is licht en sterk door het ruitjespatroon met dikkere draden

Zwaarder is degelijker. Je moet dus kiezen wat je wil. Het lichtgewichtnylon is niet bestand tegen scherpe steentjes, maar in de sneeuw functioneert het prima. Als je een superlichtgewicht bivakzak wil, dan kies je voor de lichtste stof (36 gram of 45 gram per vierkante meter). Een bivakzak die je in de winkel koopt gebruikt stof van ongeveer 80 tot 100 gram per vierkante meter. Dat is vergelijkbaar met de grondzeilstof van lichtgewicht tenten. Met zo’n zware bivakzak kun je ook een noodslede maken en daar is de lichte stof niet sterk genoeg voor. Als je de bivakzak ook in de zomer wil gebruiken, dan kun je er voor kiezen om alleen het deel van de zak waar je op gaat zitten, uit te voeren in een zwaardere stof. Geen enkele bivakzak is bestand tegen de punten van stijgijzers en pickels of tegen de scherpe staalkanten van je ski, dus daar moet je altijd voorzichtig mee zijn.

Je moet ook kiezen hoe waterdicht de stof moet zijn. De waterdichtheid wordt gemeten in millimeter waterdruk. Voor een bivakzak is 3.000 mm voldoende om je te beschermen tegen een sneeuwbui of regenbui. Als je in een plas water wil gaan zitten, dan moet je 5.000 tot 10.000 mm hebben (voor het deel waar je op gaat zitten) anders drukt het water gewoon door de stof heen. De stof wordt waterdicht door een coating en daarbij kun je kiezen uit twee soorten. Een siliconencoating wordt vaak aan beide zijden van de stof aangebracht, en zorgt voor extra sterkte. Een PolyUrethaan (PU-) coating wordt vaak maar aan 1 zijde aangebracht. Bij enkelzijdige coating moet je de stof zo naaien, dat de coating uiteindelijk aan de binnenzijde van de zak komt.

Naden wel of niet sealen

De naaimachine prikt gaatjes in de stof en daar krijg je lekkage als het regent. In de sneeuw levert dat meestal geen problemen op. Je kunt er echter voor kiezen om de naden waterdicht te maken met een seamsealer. Voor siliconennylon heb je Silnet nodig, voor PU-gecoat nylon een tube Seamgrip. Dat moet je zeer dun aanbrengen en daarbij goed ventileren, want de damp is erg ongezond. Er zijn ook mensen die zelf siliconenkit van de bouwmarkt mengen met terpentine (1 op 1) om siliconennylon te sealen. Het gedoe met de sealer is meestal een smerig karweitje en heel erg mooi wordt het meestal niet, maar je krijgt wel een zeer goede waterdichtheid. Je kunt er ook voor kiezen om een garen te gebruiken waarin zowel polyester als katoen verwerkt is. Het katoen zwelt op als het nat wordt en daardoor worden de gaten gevuld. Voorwaarde is wel dat je een dunne naald gebruikt, die kleine gaatjes maakt.

Platgestikte en gesealde naad

Materialen via internet bestellen

Vroeger was het heel moeilijk om aan de juiste materialen te komen. Nu kun je bij verschillende webshops terecht voor professionele materialen. Daar kun je ook terecht als je een keer een nieuwe rits in je rugzak wil zetten of een gesp verloren bent. Als je binnen de EU bestelt, heb je geen gedoe met douaneheffingen en inklaringskosten. Enkele adressen: www.extremtextil.de (Duitsland), www.shelbyoutdoor.com (Finland), ripstopbytheroll.com (USA).

Dit heb je nodig:

      • 430cm siliconennylon van 36 gram/m2 of 45 gram/m2, 150 cm breed in een opvallende kleur (rood of oranje)
      • klosje garen in de kleur van de stof: polyester of polyester-katoenmengsel https://www.extremtextil.de/rasant-75-naehgarn-polyester-baumwolle-corespun-1000m.html 
      • 340 cm nylon of dyneema koord 2 mm dik
      • 2 tanka’s
      • Voor de opties:
      • als je een ventilatieslurf aan de bovenkant wil:
        • 20 cm extra stof (150 cm breed)
        • en voor elke slurf: 25cm extra koord en 1 tanka
      •  eventueel een tube Silnet of Seamgrip om de naden te sealen
      • dunne naald voor in de naaimachine, met de dikte 70
      • stalen lineaal
      • afbreekmesje
      • dunne watervaste viltstift
      • schildersplakband en/of Pritstift
      • en een naaimachine natuurlijk. Als je kunt kiezen gebruik je er één met boventransport en een lange arm zodat de stof er gemakkelijk onderdoor kan.

Naaitips voor beginners

Dit is een tamelijk simpel project waarbij niet zoveel mis kan gaan. Voor de absolute beginners hebben we nog enkele tips:

      • veel naaimachines hebben een langzame stand, waarmee je - ook als je het pedaal helemaal intrapt - nog een beheersbare snelheid houdt.
      • als je een naaimachine zonder boventransport hebt, dan is het moeilijk om beide stoflagen even snel te laten transporteren. De onderste laag wordt dan door de machine verplaatst, terwijl de bovenste laag wordt geremd door het voetje dat op de stof drukt. Als je de zool van de voet beplakt met teflon, dan is de zool zo glad, dat de stof er beter onderdoor glijdt. Voor het plakken gebruik je dun dubbelklevend plakband. Daarmee plak je een stukje teflontape onder de voet. Teflontape vind je bij de bouwmarkt. Het is het witte band dat wordt gebruikt om de schroefdraad van een gasslang mee af te dichten. Het wordt verkocht in kleine rollen.
      • werk vooral heel nauwkeurig bij het knippen van de stof. Als je gaat stikken, dan stik je op een vaste afstand van de rand van de stof. Als je scheef knipt, dan wordt de stiknaad automatisch ook scheef. Het knippen van gladde stof is best lastig. Met een stalen liniaal en een afbreekmesje kun je gemakkelijk recht afsnijden.
      • op de naaimachine vind je naast de naald een schaalverdeling met hele en halve centimeters. Als je op 2 cm vanaf de kant van de stof wil stikken, dan hoef je dat niet af te tekenen op de stof. Je gebruikt de cm-aanduiding op de machine en stuurt met je rechterhand de stof zo dat de stofrand over de markering van 2 cm blijft lopen. 
      • de nylon stof is heel glad en daardoor glijden de lagen stof die je wil stikken gemakkelijk weg. Bij normale stof gebruikt men dan spelden om de lagen netjes op elkaar te houden, maar bij waterdicht nylon levert elke speld direct lekkage op. Gebruik spelden daarom alleen in de buitenrand van de stof die buiten de stiksels valt. Op andere plekken kun je het beste plakband gebruiken. Siliconennylon is soms zo glad dat ook plakband niet blijft plakken. Sommige mensen gebruiken dan een Prittstift om de stof tijdelijk vast te zetten. Die lijm moet je achteraf met warm water wegspoelen. Je kunt ook kleine papierklemmen gebruiken om de stof tijdelijk vast te zetten.
      • kies een grote tafel en zet de naaimachine helemaal rechts op de tafel. Je hebt dan genoeg ruimte om de stof op te laten rusten. Anders glijdt de stof voortdurend weg en wordt het lastig om netjes recht te stikken. 
      • neem enkele restjes stof om een paar proefstiksels te maken. Je krijgt dan een beetje gevoel voor hoe het werkt en je kunt controleren of de draad die van boven komt en de draad die van onder komt, netjes midden tussen de twee stoflagen om elkaar haken. De naaimachine heeft een knop waarmee je de spanning op de bovenste draad (die van de grote garenklos komt) kun regelen. Als die bovenspanning te groot is, dan kun je dat zien aan het stiksel dat je gemaakt hebt. Dan ligt de bovenste draad recht op de stof, en komt de onderste draad telkens helemaal boven de stof uit (zie afbeelding). Als de bovenspanning te laag is, dan ligt de onderste draad vrijwel recht onder de stof en maakt de bovendraad bij elk gat een lus die helemaal naar onderen gaat. Als de bovenspanning goed is, dan zie je - wanneer je de twee stoflagen van het proefstukje uit elkaar probeert te trekken - dat de twee draden precies tussen de stoflagen in, met elkaar verknopen. Soms kun je ook de onderspanning verstellen bij de spoel, maar daar kun je beter vanaf blijven. De juiste spanning hangt nauw samen met de dikte van de naald. Monteer daarom eerst de goede naald in de machine en ga daarna pas aan de slag met de draadspanning.

      • gebruik voor de onderdraad en de bovendraad hetzelfde garen, dat ziet er professioneler uit.
      • kies voor het garen dezelfde kleur als de stof. Kleine onvolkomenheden vallen dan minder op. Bij een contrasterende kleur moet je supernetjes stikken.

Proefstukje met een witte onderdraad: je ziet de witte puntjes waar de  onderdraad boven de stof uitkomt doordat de bovenspanning te hoog is.

Je moet inloggen om info toe te voegen of vragen te stellen.